Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3540. J. van Reede. (H.A.)‘Wij sijn nu weder tot London en sullen sien, wat wy hier connen doen; de Coningh is wel gedisponeert, maer hier hapert het; de forme van de regieringe van onsen staet is hier seer aengenaem. - De legers hebben eenige dagen gelegen tusschen een cleijn rivierken, de Charwell, waer EssexGa naar voetnoot1) getenteert heeft over te comen, maer vergeefs, met verlos van volck. Maendach den 13 gebruyckten de Coningh de manier van de schuytroijers, siende den eenen en willende den anderen wegh, waerom syn leger deed herwaerts tot Oxfort en nae Abbington comen, twelck Essex volchde, dan tsavonts ginck syn Ma.t weder nae Woodstock, vanwaer hy was gecomen, en ginck voorts nae het westen nae Brigton, latende in de stadt den hartoch van JorckGa naar voetnoot2) met veel lords en dames. Die bij sijn Mat. syn, is de prins van Walles, RichemontGa naar voetnoot3), LinseyGa naar voetnoot4), DigbyGa naar voetnoot5) en CulpeperGa naar voetnoot6). In de stadt syn 4000 man, wel voorsien met cooren en amnitie, met twe companijen studenten en ses borgers. Wy waeren sonnendach den 12 in t leger van Essex; presenteerden aen syn Extie en den crychsraet, indien sy gequalificeert en willich waeren den Coningh propositien voor te stellen, onse moyennatie, alsoo wy versekert waeren, syn Mat. te inclineren tot vrede; seyde, geen ordre daertoe te hebben, maer haere last te executeren; bedanckten ons; sochten mede het welvaren van den Coningh, Coninckryck en Parlement; somma, hier is niet als oorloch ende geen apparentie tot eene accommodatie’ ..... London, 17/7 Juny 1644. Juist komt het bericht, dat 3000 Schotten zijn verslagen. |
|