3506. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*
Morgen vertrekken wij vanhier. Z.H. zal zich inschepen te Doreweert, waar zijne jachten hem wachten, maar hij kan vanhier niet naar Doreweert gaan per karos en het varen duurt wel een dag, omdat de rivier zoovele kronkelingen heeft. Z.H. heeft nog altijd jicht in de rechter kuit en men zal hem in den wagen of in het schip moeten dragen. Ook de beide schouders zijn niet vrij. A Zutphen, le 25e d'Avril 1644.