Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

3459. Aan E. Puteanus⁵⁾. (K.A.)

Vriendelijk dank voor uw brief; ik hoop, dat hij door vele zal gevolgd worden. In weerwil van uw leeftijd moet gij krachtig de wetenschap blijven beoefenen. Barlaeus verzamelt mijne gedichten, om ze uit te geven. Hagae Com., Prid. Non. (4) Feb. CIƆIƆCXLIV.

Het spijt mij, dat ik uw schoonzoon Winding niet beter heb kunnen helpen⁶⁾. Hierbij gaan een paar versjes, pas door mij geschreven⁷⁾.

5) Zie No. 3448.

6) Zie No. 3444.

7) De verzen In natalem Principis, In incendium, quo Hagae templi aulici tectum conflagravit, en Pro sartore subito divite (vgl. Gedichten, III, blz. 285).