3439. J. van Wijnbergen. (L.B.)
Hierbij gaan twee hertenpasteien, een dozijn Westphaalsche hammen en zes koppels patrijzen; ‘de schaersheijt van t' wilt alhier doet mij de stouticheyt gebruicken U Ed. met deese cleinicheyt te besoecken’. Rynberck, den 2 Jan. 1644.
Wilt gij bijgaanden brief aan Z.H. geven? Er staat iets in over eene zaak met de Hessen.