Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

3185. Th. de Rosier⁴⁾. (L.B.)

Ick hebbe aen Mon^ur Buijck⁵⁾ het chonterfeijselken van U E gegeven, om het aen U E te doen behandighen. Mij is leet, het soo langhe heeft geterdeert, dan soo langhe de champani⁶⁾ duerden, en hebbe het niet derven senden, om reden ick noch een ander begoest hebbe, ofte ick dat wat beter konden gemaeken als ick die wel gedaen hebbe, ende soo haest het gedaen sal wesen, en sal niet mankeren het aen Mon^r Buijck te leeveren, om aen U E te doen behandighen, ende terwijlen soo blijve ick ..... In Antwerpen, desen 14 9^ber (Nov.) 1642.

4) Zie No. 2894 en 2976.

5) Zie over Jacob Buycx, I, blz. 147.

6) campagne