Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3137. L. van KinschotGa naar voetnoot5). (A.B.)Ik heb al mijn best gedaan, om Jhr. Carel weer naar het leger te doen gaan, maar hij heeft er weinig zin aan, ‘ende aenmerckende, dat U Ed. my | |
[pagina 345]
| |
door last van Syn Hooch.t heeft voor desen gelyft te schryven, dat ick soude sonderen, off syn ooren naer den trommel souden luysteren, off dat hy onder de langhe rocken lyever alhyer soude blyuen, so heb ick nyet geraeden gevonden hem dysaengaende verder aen te porren’. Hij heeft u nu geschreven. Wilt gij Z.H. zeggen, dat ik hem niet heb tegengehouden, maar hem juist heb aangespoord, ‘om den wille van Syn Hooch.t in alles naer te komen, terwyl alle de fortuyn, die hy in dese werelt konde maecken, alleen dependeerde van de genadighe wille van syne hoochst gemelte Hooch.t?’ ..... In den Haegh, den 3en 7ber (Sept.) 1642. |
|