Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3057. L. van KinschotGa naar voetnoot3). (L.B.)Ik heb met Jhr. Carel gesproken; hij ‘scheen misconte[nte]ment daerin te hebben, dat men hem onder de swarte mantels soude willen seynden, seggende, sulcx teghen den naem, die hy draeght, ende syn couragie te stryden, maer om een pieck onder de gardes te draeghen, meynde, om syne jaeren - synde nu 25 jaeren gepasseert - te verre gecomen te syn, ende soude oversulcx wel geneghen syn, om met een paert off twee, als volontaire, in t legher te dienen’. Hij wil Z.H. spreken. Het is te hopen, dat Z.H. hem sal aannemen, want de zes jaren, die hij in Frankrijk heeft doorgebracht, hebben voor zijne opvoeding niet veel geholpen. In den Haegh, desen 14en July 1642. |
|