Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2947. J. PicardtGa naar voetnoot1). (L.B.)T iss U. Ed. Gestr. well bekendt, watt antwoordt ick onlangs van U. Ed. Gestr. in myne onderscheydelicke versoucken, geschiedt üit den naeme van syn Excell.Ga naar voetnoot2) bekomen hebbe, naemlick datt men mij antwoordt wederomme soude laten toekomen, t welck ick oock datelick syn Excell. hebbe overgeschreven. Doch voor en alleer myn missijff overgekomen iss, hadde syn Excell. alrede herwartz geablegeert toonder deses, een edelman üit syn familie, omme te vernemen, off bij syn Hoocheydt all enige resolutie in ene, off in alle voorgestelde pointen soude mogen genomen syn; in gevalle jae, datt dattselve off an toonder deses, off an mij müchte te kennen gegeven werden; so nijt, wan Syn Hoocheydt sall gelieven te resolveren en een tydt daertoe te nemen, datt soodanige resolutie my müchte overgeschreven, off ick in persoon ontboden werden, om mondtlick die resolutie te ontfangen. Mynheer, watt datt er oock geschiede, en laet onse versouck nijt platt affgeslagen werden, wante, gelijck U. Ed. Gestr. bekendt iss, t iss een werck van grote consideratie, en ick sall erstes dages sekere redenen U. Ed. Gestr. daervan bekendt maken, datt ick hijr omme redenen naerlate ..... Uyt Egmondt op den Houff, desen 12 Febr. Ao. 1642. |
|