Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2651. J. PicardtGa naar voetnoot3). (L.B.)Naerdatt ick het antwoordt van syn Doorl. Hoocheydt, door U Well-Ed. andieninge, in Decemb. des vorledenen jaers ontfangen, datelick an syn Excellentie den graeff van Egmondt hebbe overgeschreven, heb ik voor vier off vijff dagen twee distincte missijven van syn wellgemelte Excell. wederomme bekomen, in welcke dieselve te kennen geefft, middelen voor te hebben, omme die gemoveerde obstacula van de gewünschede alliantie weg te nemen, en desshalven geschreven te hebben an synen soon, den prince van Gaveren, den- | |
[pagina 149]
| |
welcken - gelijck syn Excell. schrijfft - in syne missijven syn heer vader alle gehoorsamheydt en onderdanigheydt soude beloven en presenteren. Opdat nu well-gemelt syn Excell. van alle saken, in t minste en meeste, an haere furstelicke Hoocheyden soude mogen bericht en satisfactie geven, so heefft et dieselve beliefft, mij iverig te versoucken, omme mett die allereerste gelegenheydt in Engellandt te komen, en mondeling alles te verstaen en t'ontfangen, t'gene syn Excell. gaerne soude willen haere Doorl. Hoocheyden angedienet en gepresenteert hebben, gelijck ick oock van sins soude syn, derwartz te gaen, nijt sonder hoope, van iet goedts te doen in t stücke van religie, hoewell ick liever sach, datt syn Excell. een ander persoon hijrin gelieffde te emplojeren, met meerdere qualiteten van aensien en wijssheydt bekledet, dan ick ben. - Doch immiddels heb ik voor twee off drie dagen met extreme verwonderinge verstaen, dattet qualick genomen werde, datt ick mij in sodanige saken liete gebruiken, alsoff haere Vorst. Hoocheyden ondienst en een werck van missnoegen geschiede, iet in die begonnene sake in volgenden tydt te besoignieren, off meerdere moijten daeromme te maken, t welcke my dan nijt weijnig bekommert en heefft, also ick sulx voor desen noch uit den mondt van haere Doorl. Hoocheyden, noch van U. Ed. verstaen hebbe, beneffens oock, dattet strijdet met die naturellen van haere hoochgemelte Hoocheyden, iemandt ongenade te dreijgen, die in alle getrowigheydt en iver, door behoorlicke middelen, haer Doorl. Huijss soeckt getrowe diensten te doen, nijttegenstaende die geringheydt der personen, als waeran die wonderlicke wercken Godts nijt gebonden sijn. Bidde derhalven op het allereerbiedigste, dat U Well-Ed. sich wille gevallen laten dese moijte te nemen, en laten my maer met een letterken weten, naemlick, offer oock enige ondienst haere Vorst. Hoocheyden in volgende tydt mede soude geschieden, in gevalle men door behoorlicke wegen en middelen arbeydede, omme haere V. Hoocheyden in die gepresenteerde sake meerdere onderrichtinge, satisfactie en contantement te geven, en alle obstacula, so vele moglick, wech te nemen. Want vorwaer, t iss verde van daer, datt ick enen voedt soude begeren te versetten in desen handel, wan sulx mett missnoegen van haere Furstelicke Hoocheyden soude geschieden. Hoewell ick hoopen will, datt haere Hoocheyden hooch-verstandelick ordelen sullen, datt dese gepresenteerde sake van eene seer grote apparentie iss, voornaemlick in dese wonderlicke conjuncture van tyden. Waermede ick U.Well-Ed., Edele, Erentveste, Gestr. Here, met desselfs gantsche familie langduirige gesondtheydt, alle tydtlicke wellvaerdt, en eindelick die ewige saligheydt van gantscher herten toewünsche. Uyt den Houff, desen 22 Febr. Anno 1641. |
|