Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2616. J. van Wassenaer. (H.A.)

Johan Fransois van der Laer²⁾, een verwant van mij, die te Hulst gevangen is genomen, terwijl hij in Spaanschen dienst was gegaan, om Spaansch te leeren, en die door Z.H. aan mijne zorg is toevertrouwd, heeft den dienst verlaten en zou nu gaarne een paspoort hebben, om naar Friesland te reizen, waar zijn grootvader, de heer Laukema³⁾, op sterven ligt. Ik wilde, dat ik u ook eens een dienst kon bewijzen. Mijn trompetter heeft den heer Coninxpolski⁴⁾ begeleid naar Antwerpen en Mechelen; hij vertelt, dat de wegen zeer onveilig zijn door de soldaten, die alles stelen. Men vertelt, dat prins Thomas zich bij den Koning van Frankrijk heeft gevoegd. Heusden, ce 20iesme de Jan. 1641.

2) Johan François van der Laer (1617-1664), geb. te Mechelen, was een zoon van D. van der Laer en Catharina Liauckama. Hij is tresaurier en burgemeester geweest van zijne geboortestad. (Meded. van Dr. J.L. Berns, Rijksarchivaris te Leeuwarden.)

3) Jarich Liauckama is 24 Aug. 1642 op 84-jarigen leeftijd op Liauckamastate te Sexbierum gestorven. Hij was gehuwd met S.T. van Cammingha. (Meded. van denzelfden.)

4) Toen Willem II in 1641 naar Engeland reisde, had hij in zijn gevolg ‘den poolschen Grave van Koniecpole’; waarschijnlijk was het dezelfde als de hier genoemde.