Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2488. Aan J. van EuskerckenGa naar voetnoot2). (K.A.)Uwe brieven heb ik eerst laat gekregen. Door het slechte weer hebben wij het beleg van Geldern moeten opgeven en zijn hierheen getrokken, vanwaar wij spoedig opbreken. Wij hebben geen succes gehad, maar houden toch eene groote macht van den vijand bezig, den graaf de FontaineGa naar voetnoot3) en den markies van LedaGa naar voetnoot4) met 9000 man en veertig compagnieën ruiters, HatzfeldGa naar voetnoot5) bij Gulik, 5 à 6000 man in Geldern, ongeveer de helft daarvan in Gennep en dan nog de garnizoenen van Venlo, Roermond en Gulik. Ook hebben wij vliegende legertjes in Brabant en Vlaandern. De Rhynberck, le 15 d'Aoust 1640. |
|