Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2438. Aan F. van Aerssen⁸⁾. (K.A.)

Op bevel van Z.H. haast ik mij naar den Haag, om met Mevrouw en u te overleggen, wat voor antwoord de heer van Heenvliet moet hebben. Wij moeten dan eenige artikelen en instructies vaststellen, volgende op die, welke door u zijn gemaakt. Z.H. verzoekt u, als gij uit de stad mocht zijn, voor één dag terug te keeren en ons te helpen bij het opstellen van dien belangrijken brief. Ce 7^e de Juillet⁹⁾.

Mijn jacht danst zoo, dat ik nauwelijks kan schrijven.

8) Kopie. - Zie No. 2435.

9) Jaartal en plaats ontbreken.