Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2437. D. de Wilhem. (L.B.)De brieven van Parijs behelzen niet veel nieuws; daarom heb ik ze van LucullusGa naar voetnoot5) niet opgevraagd. Het heet, dat de Franschen in Augustus meester zullen zijn van Arras ..... ‘Jean Livenss me mande, “dat den doeck geschickt ten dienste van S.H. van den overleden H. Rubbens gans onbegost isGa naar voetnoot6). Simpelyck staet er achterop: Hage, met kryt. Het myne is Godt lof wat veerder gebracht, die ick hoope, dat Hage .....Ga naar voetnoot7) in den Hage .....Ga naar voetnoot7) orderen sal. Is t S.H. genaedige .....Ga naar voetnoot7), dat ick staech ofte gedurich aen syn stuck schildere, sal niet manqueren synen last te volbrengen, maer laete het om reden wat in de handt, opdat het met lust tot meerder perfectie soude commen.” Hactenus ille’. 7 Julij 1640, a la Haye. |
|