Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 16]
| |
2333. CouvrellesGa naar voetnoot1). (L.B.)Wij hebben elkander in Engeland leeren kennen, toen gij secretaris van het gezantschap waart en ik afgevaardigde van de Fransche kerken. Mijn oudste zoon is nu in het leger der Staten, mijn andere zoon wordt page van den jongen PrinsGa naar voetnoot2). Ik heb hen bevolen u te gaan bezoeken. Nog altijd bezit ik uw gedicht op OxfordGa naar voetnoot3), dat gij mij indertijd ten geschenke hebt gegeven. Met den heer de Balzac, mijn vriend en buurman, sprak ik nog onlangs over u en over den grooten Heinsius. Als gij mijne zoons goeden raad wilt geven, zal ik u daarvoor zeer dankbaar zijn. De St bris Charante pres Cognac, ce 24/14 Mars 1640. |
|