Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 484]
| |
2203. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Gisteren morgen zijn wij van Monterbergh opgebroken en voorbij Xanten naar den Vorstenbergh gemarcheerd, vanwaar wij heden naar deze stad zijn gekomen. Z.H. logeert in het huis van den gouverneur en is niet vermoeid van dezen tocht van elf dagen. - Graaf Hendrik, hoorende, dat de vijand met groote marschen op hem afkwam, is teruggetrokken en heeft zich gelegerd halfweg tusschen Geldern en hier; hij heeft daar dezelfde hoogte bezet als Z.H. verleden jaar. Toen hij het kwartier verliet, heeft de vijand een aanval gedaan op zijne voorste wagens, maar is teruggedreven door de compagnieën van BacxGa naar voetnoot1) en WassenaerGa naar voetnoot2). Nu is graaf Hendrik met zijne troepen dichter bij deze stad en heeft heden morgen Z.H. ontmoet. A Rhijnberck, le 13e d'Aoust 1639. |
|