Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2178. J. van Kerckhoven, Heer van HeenvlietGa naar voetnoot2). (B.M.)In bijgaanden brief, mij gezonden door den heer HonywoodGa naar voetnoot3), vindt gij de artikelen van het accoord met Schotland. De heer SaultynGa naar voetnoot4) heeft een schip gekregen en van de Staten Generaal ‘eene commissie op capitein LidequerquenGa naar voetnoot5), om haerentwegen een reys nae Marocus te doen’. - ‘Spraecken wy andermael van valcken, dan als ick aenhiel, ofte haer wel soude willen verbinden, daer peerden weder voor te brengen, seyden ront nyt, neen, maer wel dat haer best soude doen, dat niet geseght en is; des ick 't niet en soude derven op die onseeckerheyt 't aen Syn Hoocheyt recommanderen, wel op U Ed. versoecken, dat als echter Syn Hoocheyt daertoe soude resolveren, dat doch Mons.r de GierGa naar voetnoot6) die mochte leveren, alsoo hem al over lange daervan hebbe gesproocken, jae myn woort gegeven, dat als die soude gesonden werden, voor hem al soude bybrengen wat in myn vermogen soude syn. Seght, die al in voorraet heeft, ende dat het hem seer wee soude doen, soo een ander die soude seynden, maer soo geene gesonde werden, dat dan wel tevreden is ende de oncosten des gedaen sich gern getroosten. 'T doet my leet, dat weer van syn octroy versteecken is, edoch U Ed. hem te recommanderen is onnoodich’ ..... JulyGa naar voetnoot7) 1639, Hage. |
|