Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

[p. 452]

2097. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Z.H. is over IJselstein, Vianen en Culemborg hier aangekomen; te IJselstein heeft hij laat gegeten ‘à cause des visites de quelques Estatz d'Utrecht, qui ont bien accoustumé de l'assaillir en ceste place là’; te Vianen heeft hij Mevrouw van Brederode¹⁾ en te Culemborg den graaf²⁾ gesproken. Het is hier heel mooi in dezen tijd van het jaar. De schepen kunnen wegens den wind de rivier niet opvaren; gisteren waren er dus van de 200 compagnieën, die zich bij Voorn moeten verzamelen, nog maar 80 aangekomen. Morgen gaat Z.H. eten op Zuilestein. - Hierbij gaat de brief van Uwe Hoogh. aan den secretaris Euskercken³⁾, die alleen nog geteekend en gezegeld moet worden; Z.H. vindt hem goed. Op uw bevel schrijf ik ook aan Euskercken. Ook gaat hierbij eene kopie van uw brief aan den Kardinaal, opdat de heer Lopes⁴⁾ kan zien, wat Uwe Hoogh. schrijft. A Buren, le 24^e de May 1639.

1) Nl. Louisa Christina, gravin van Solms.

2) Zie I, blz. 359.

3) T.a.p., blz. 421.

4) Zie blz. 196.