Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend2020. RembrandtGa naar voetnoot2). (H.A.)Door die grooten lust ende geneegenheijt, die ick gepleecght hebbe in t wel wtvoeren van die twe stuckens, die sijn Hoocheijt mijn heeft doen maeken, weesende het een, daer dat doode lichaem Chrisstij in den graeve gelecht wert, ende dat ander, daer Chrisstus van den doode opstaetGa naar voetnoot3), dat met groote verschrickinge des wachters, dees selvij twe stuckens sijn door stuijdiose vlijt nu meede afgedaen, soodat ick nu oock geneegen ben om dieselvijge te leeveren, om syn Hoocheijt daermeede te vermaeken, want deese twe sijn t, daer die meeste ende die naetuereelste beweechgelickheijt in geopserveert is, dat oock de grooste oorsaeck is, dat dieselvijge soo lang onder handen sij geweest. - Derhalven soo versouck ick, ofte mijnheer Sijn Hoocheijt daervan gelieft te seggen, ende oft mijnheer soude gelieven, dat men die twe stuckens eerst tot uwent ten huijsen bestellen sal, gelijck als voormaels is geschiet. Hiervan ick eerst een letterken tot antwoort verwachten sal. Ende omdat mijnheer in deesen saeken voor die 2de maels bemoijt wert, sal oock tot een eerkentenisse een stuck bijgedaen werdenGa naar voetnoot4), weesende 10 voeten lanck ende 8 voeten hooch; dat sal mijnheer vereer werden in sijnen huijseGa naar voetnoot5). Ende meteen wensschende u alle geluck ende heijl ter saelicheijt, Amen ..... Deese 12 Januwarij 1639. Mynheer, ick woon op die binnen EmsterGa naar voetnoot6); t huijs is genaemt die Suijkerbackerrij. |
|