Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1965. AiguebereGa naar voetnoot4). (L.B.)aant.Uit verscheidene brieven van den heer BrassetGa naar voetnoot5) hoor ik, dat gij steeds mijne belangen behartigt, terwijl ik u toch geen wederdienst kan bewijzen. De Koning en mijn meester, de Kardinaal, zullen niet toestaan, dat ik het ambt opgeef, waarmede zij mij hebben vereerd, en ik kan dus niet dadelijk mijne plaats weer innemen in het regiment van den heer du BuatGa naar voetnoot6) in het leger van Z.H. Ik schrijf hem nu, dat hij over mijne betrekking kan beschikken, en hoop, dat mijn luitenant, die familie van mij is, mij zal opvolgen. Ik zal er altijd trotsch op zijn, onder Z.H. gediend te hebben, en hoop, dat gij mij niet zult vergetenGa naar voetnoot7). |
|