Aanvullingen en verbeteringen.
Blz. 3, No. 968. Bij Cools behoort de volgende Noot: Jacob Cools was een verdienstelijk Antwerpsch dichter, aan wien Van Meteren zijne Historie heeft opgedragen. |
Blz. 3, No. 969. Bij Graaf Herman Otto van Styrum behoort de volgende Noot: Hij was eerst kapitein eener compagnie voetknechten, maar ging daarna over tot de ruiterij, werd kolonel en in 1626 commissaris-generaal der cavalerie. In 1644 is hij gestorven. |
Blz. 7, Noot 6 is foutief. Vgl. blz. 154, Noot 5. |
Blz. 18, No. 1004, reg. 2, gemeend, lees: gemunt |
Blz. 24, Noot 1, Cornelis, lees: Cornelio |
Blz. 37, No. 1047. Bij Sandenbourgh behoort de volgende noot: Willem Borre van Amerongen, heer van Sandenburg († 1640), was lid der Staten van Utrecht. |
Blz. 39, No. 1052 is waarschijnlijk gericht aan Christiaan, baron van Dohna, gouverneur van Orange. |
Blz. 39, No. 1052, reg. 13, trompeut, lees: trompent |
Blz. 40, Noot 8, 1e, lees: de |
Blz. 43, No. 1062. Bij de eerste woorden van den brief, In re vestiaria antiqua, quam adornas, behoort de volgende Noot: Saumaise heeft een werk geschreven, getiteld: Commentarii de Re Vestiaria et Coloribus, dat echter niet is uitgegeven; misschien in het onvoltooid gebleven. |
Blz. 43, No. 1062. reg. 11, inpicies, lees: inspicies |
Blz. 43, No. 1091, reg. 4, graewen, lees: grauwen |
Blz. 59, No. 1104, reg. 12, endroiet, lees: endroict |
Blz. 59, No. 1104, reg. 28, ou, lees: on |
Blz. 67, No. 1127. Bij le comte d'Emden behoort de volgende Noot: Christoph, graaf van Emden, een zoon van Edzard II van Oostfriesland, werd op jeugdigen leeftijd katholiek, trad in Spaanschen dienst en werd later stadhouder van Luxemburg. Hij stierf in 1636. |
Blz. 71, No. 1136, reg. 18, 1685, lees: 1635 |
Blz. 75, No. 1148, reg. 4 v.o., ses, lees; ces Noot 2 moet vervallen. |
Blz. 81, No. 1161. Bij Cousin behoort de volgende Noot: Hij komt in 1626 voor als kapitein. (Meded. van den heer Wakker.) |
Blz. 82, Noot 3, 1638, lees: 1623 |
Blz. 83, No. 1165. Bij Daniel Cools behoort de volgende Noot: Hij was rentmeester van den Prins te Diest en werd in 1650 tevens door Huygens aangesteld als ‘Meyer, Stadhouder van de Leenen ende Rentmeester’ zijner heerlijkheid Zeelhem. |
Blz. 85, No. 1172. Bij Charles hehoort de volgende Noot: Engelbert Charles komt in 1632 voor als kapitein. (Meded. van den Heer Wakker.) |
Blz. 89, Noot 1, Maurits van Persijn, lees: Maarten van Persijn |
Blz. 89, Noot 8, Noot 5, lees: Noot 4. |
Blz. 99, No. 1210, reg. 3 v.o., Bij Workum behoort de Noot: = Woudrichem. |
Blz. 101, No. 1215, reg. 4, Hunnepel, lees: Hampel |
Blz. 107, No. 1234. Bij Renesse behoort de volgende Noot: Johan Adolf van Renesse was in 1636 sergeant-majoor en kapitein en in 1641 kolonel. (Meded. van den Heer Wakker.) |
| |
Blz. 109, Noot 2, Michiel, lees: Michaeli |
Blz. 114, No. 1253, reg. 3, intercssion, lees: intercession |
Blz. 114, Noot 2. Michiel, lees: Michaeli |
Blz. 138, No. 1319, reg. 24, aedifidare, lees: aedificare |
Blz. 139, No. 1320, reg. 12, de ....., lees: decouvrir Noot 5 vervalt. |
Blz. 139, No. 1320, reg. 18, vostre, lees: nostre |
Blz. 156, No. 1365, reg. 1 v.o., actate, lees: aetate |
Blz. 160, No. 1373, reg. 2 v.o., car, lees: cur |
Blz. 168, No. 1390, reg. 7 v.o., minutes, lees: minutez |
Blz. 171, No. 1398, opschrift, (A.K.), lees: (K.A.) |
Blz. 173, No. 1401, Bij het postscriptum zijn de aanhalingsteekens vergeten. |
Blz. 177, No. 1406, conditionen, lees: conditionem |
Blz. 207, Noot 1, 1475, lees: 1474 |
Blz. 212, No. 1502, reg. 5, hosce, lees: hasce |
Blz. 214, No. 1508, reg. 15, couquesten, lees: conquesten |
Blz. 217, No. 1512, reg. 20, anderen, lees: anderer |
Blz. 225, Noot 5 moet vervallen. |
Blz. 231, No. 1541. Bij Bastiaen Thijssen behoort de volgende noot: Sedert 1630 was hij kapitein op de oorlogsvloot van Zeeland. |
Blz. 231, Noot 5, No. 1538, lees: No. 1536. |
Blz. 238, No. 1558, reg. 2, le, lees: de |
Blz. 239, Noot 9. De zin, ‘Moet men hier denken aan Diodati?’ moet vervallen. |
Blz. 240, No. 1563 moet waarschijnlijk iets later worden gesteld. |
Blz. 246, Noot 6 moet aldus gelezen worden: Jhr. Assuerus van den Boetselaer, heer van Leeuwen, werd in 1637 kapitein en in 1673 kolonel. (Meded. van den Heer Wakker.) |
Blz. 270, No. 1637, reg. 6 v.o., ouvirons, lees: ouvrirons |
Blz. 278, No. 1650, reg. 9, la, lees: le |
Blz. 301, No. 1686, reg. 10 v.o., ciquante, lees: cinquante |
Blz. 327, Noot 2 moet aldus worden aangevuld: en uitgegeven in Gedenkboek van den Violier, 1912. |
Blz. 328, No. 1749, reg. 7. Het woord kolonel vóór Pinsen moet vervallen; er is hier sprake van den drost van Yselstein. Noot 3 vervalt dus ook. |
Blz. 339, No. 1777. Bij Van der Lis behoort de volgende Noot: Dirk van der Lisse († 1669) was schilder, maar tevens schepen, later burgemeester van den Haag. Hij is in eerste huwelijk getrouwd geweest met Pieternelle van der Houve (zie blz. 350). |
Blz. 339, No. 1779 is verkeerd geplaatst; de brief moet in het laatst van October 1637 geschreven zijn. |
Blz. 356, No. 1825. Noot 11 is foutief; de door Puteanus genoemde Cools is niet Daniel, maar Jacob; zie boven, bij blz. 3. |
Blz. 365, No. 1853. Bij de Landgravin van Hessen behoort de volgende Noot: Amalia Elisabeth (1602-1651), dochter van Philips Lodewijk van Hanau en Catharina Belgica - eene dochter van Willem van Oranje - huwde in 1620 Wilhelm V van Hessen-Cassel en schonk hem veertien kinderen. Na den dood van haar echtgenoot (Sept. 1637) werd zij regentes voor haar zoon Wilhelm VI († 1663) en voerde een verstandig en slim beleid, zoodat zij bij alle bondgenooten zeer gezien was. |
Blz. 366, No. 1854. Wanneer Huygens de officieren Henderson, Livingstone en Boshuysen onder de gewonden rekent, verdwijnt de onzekerheid, waarvan in de Noten sprake is. |
Blz. 372, Noot 2, lees: Zie blz. 316. |
Blz. 372, No. 1865, reg. 1, prizonniers, lees: prisonniers |
Blz. 395, No. 1925. Constantini is misschien dezelfde als de op blz. 298 genoemde Constantin. |
Blz. 399, No. 1938, reg. 2, weduwe Nassau-Bourbon, lees: prinses Nassau-Bourbon |
Blz. 407, Noot 5 moet aldus worden aangevuld: M. de Hertaing bleef ritmeester tot 1657. |
Blz. 409, No. 1965. De brief van Aiguebere is niet van 1639, maar van later tijd. |
Blz. 410, No, 1968, reg. 3, de comte, lees: le comte |
Blz. 417, No. 1990. Bij mijn zoon behoort de volgende Noot: Johan van Essen deed 9 Febr. 1641 den eed als kapitein en diende tot 1661. (Meded. van den Heer Wakker.) |
Blz. 435, No. 2047, uit was; lees: uit was, |
| |
Blz. 441, No. 2064. Bij kapitein Steenwijck behoort de volgende Noot: Rudolph van Steenwijck diende van 1633 tot 1661 als kapitein. (Meded. van den Heer Wakker.) |
Blz. 441, No. 2067, reg. 3, 16, lees: 19 |
Blz. 445, No. 2078, reg. 4, ϰαδεύδει, lees: ϰαϑεύδει |
Blz. 446, No. 2079. Bij den vorst van Holstein behoort de volgende Noot: De Hertog van Holstein was tot 1646 ritmeester in het leger der Staten. (Meded. van den Heer Wakker.) |
Blz. 447, No. 2082, reg. 1, naar, lees: voor |
Blz. 451, No. 2096. De brief aan Grotius is te vroeg gesteld; hij is waarschijnlijk in Dec. 1639 geschreven. |
Blz. 469, No. 2150, reg. 6, lieur, lees: leur |
Blz. 475, No. 2171. Bij Madame l'ambassadrice behoort de Noot: Nl. Mad.e d'Estampes Valencey. |
Blz. 502, No. 2247. Noot 6 moet aldus worden aangevuld: Beza heeft in 1556 eene vertaling van het Nieuwe Testament uitgegeven. |
|
|