Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 399]
| |
val, dat al de karren zouden doortrekken, en ontbood al de kolonels, om hen te vermanen, zich dapper en hunner waardig te gedragen, als het tot een gevecht mocht komen. Toen de karren weg waren, trokken de troepen op in drie colonnes, op ongeveer 6 à 800 schreden van elkander. Maar het bleek al spoedig, dat de vijand niet aan vervolgen dacht. Naar Grave zijn gisteren zes, en heden nog zeven compagnieën ter versterking gezonden. Z.H. hoorde tot zijn spijt op marsch, dat de aardige graaf de RocasGa naar voetnoot1) plotseling gestorven is aan de wonde aan zijn arm. De jicht is weer over. Au camp proche de Rhijnberck, le premier de Septemb. 1638. |
|