1922. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*
Gisteren zijn wij met het leger van den Bosch opgebroken en naar Beek gemarcheerd. Van morgen zijn wij bij Grave de Maas overgetrokken en nu bij Nymegen gekomen, waar Z.H. logeert in het huis van den molenaar. Morgen gaan wij naar Cranenburg, overmorgen Cleef voorbij en den volgenden dag naar Capelle, een dorp in de buurt van Geldern, waar de vijand een beleg schijnt te verwachten, want hij heeft het water over het lage land laten loopen. Graaf Hendrik, gouverneur van Friesland, heeft zijne troepen te Rijnberk met pontons over de rivier gebracht en is nu in de buurt van Geldern. Z.H. kan voortreffelijk tegen de vermoeienis. Au camp proche de Nimmeghe, le 17e d'Aoust 1638.