Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1770. J. van BronckhorstGa naar voetnoot9). (B.M.)Also U E myn heeft behandicht het caertien van Breda, en ick U E beloofden hetselve verleden woensdach weder te senden met den Haechsche schipper, dan alsoo daer veel werck in was, en ick het soo haest niet en conde copieren, heb oversulckx die stouticheyt getoont en heb het tot saeterdach gehouden. Bidde U E myn het niet qualich en sal gelieven of te neemen, en sal ter oorsaecken van dien alle danckbaerheyt bewysen, en sende U E in het caertgen drie | |
[pagina 336]
| |
printkens, die U E noch resteeren aen het werck van S.r PoelenburchGa naar voetnoot1), die ick geest heb; zyn van cleynder importante. Bidde U E hetselfde gelieve in danck aen te nemen, en sal vorder U E, mynheere, in de protexie van de Almogende bevelen en blyven ..... Actum Utrecht, desen 9Ga naar voetnoot2) Desember 1637. |
|