Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1564. H. HondiusGa naar voetnoot2).Alsoo voorgisteren mijn swager naer den Hage ginck, gaf hem last t' paxke teeckeningen van UEd. af te vorderen, denckende, dat Syne Hoochheyt nu genouch soude hebben gesien, t' welck my nu moeyt, siende uijt UEd. schrijvens, hoe dat de heere WitzGa naar voetnoot3) deselve heeft om te besien. In gevalle UEd. deselve noch aen mijn swager niet hebt overgelevert, kondt se vryelyck noch eenige dagen behouden. Hiernevens nog een brief van mijn cosyn d'Hondt van Gendt, waerin UEd. sien condt, dat de schrick en vermoeyenis, by hem genomen int aenhouden tot Sluys, meerder is als alle de reden, die hem hebbe connen voorhouden; waerover bedroeft ben, want hij is mij dermaten noodich tot dit werck; heb alles door syn hulpe, hoewel tot mijnen kosten, moeten verkrygen. Ick wete voor mij genoech, hoe vaste het gaet den raet, die UEd. mij beliefde te geven, welck ick hem alles genoechsaem hebbe int breede geschreven, en alles wat hebbe tot borge gepresenteert, maer de schrick beneemt hem alle reden in desen. Ware het mogelyck eenige meerdere verseeckertheyt te hebben, om hem tot de reyse te disponeren, hoewel ick met waerheyt beschaemt ben, sulcx op UEd. te versoecken. Anders is hy geresolveert genoech van selfs, om te komen; ware het niet over Sluys, mochte over Lilloo comen off Bergen; hy is aen geen wech gebonden. Bidde vriendelycken om een letterken andtwoordt door een van UEd. dienaers, sonder te vergeten UEd. te bedancken voor de goede presentatie, doertoe UEd. syne Hoochheijt hebt gedisponeert; ons werck vorder gekomen wesende, sal alsdan tselve procureren en UEd. alles laten sien. Ondertusschen bidde Godt, UEd. persoon lange gesont en welvarende gelieven te bewaren, en blyve naer myne behoorlycke groetenisse ..... In Amsterdam, desen 23en Junij 1637. |
|