Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1364. Aan C. Barlaeus. (K.A.)Dank voor uwe rede ‘de coelo coelestiGa naar voetnoot2)’. Ik bewonder in alles van u uw poëtischen geest ‘Epigrammata tamen, quibus Tesselam aut de Tessela amicos allocutus esGa naar voetnoot3), aio me de horum numero excipere; suspicare, quid causae sit. Agnosco novae vestigia flammaeGa naar voetnoot4), neque totus horum neque solus autor es; dictanti Veneris puello manum commodasti. Vatis amatoris Tessela scripta manu est et, nisi valde hallucinor, amice, praeludia sunt hae scintillae majoris incendij’. Spoedig schrijft gij Heroides en daarna de Arte. Uw vers op den dood van MolinoGa naar voetnoot5) heb ik gezien. Hierbij gaan een paar versjes van mijGa naar voetnoot6). Kent gij het werk van Seb. Basso, Philosophiae naturalis adversus Aristotelem libri XIIGa naar voetnoot7)? Lees het eens en deel mij dan uw oordeel mede. 23a Martij 1636. |
|