Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639

(1913)–Constantijn Huygens– rechtenstatus


1354. RembrandtGa naar voetnoot5). (B.M.) Mijnheer, naer vriendelicke groetenissen soo is t dat ick goet vinde, dat ick corts volgen
[pagina 152]
sal om te besien, hoe dat het stuckenGa naar voetnoot1) met de rest voucht. Ende wat aengaet de prijs van t stuck, soo hebbe ick daer wel 200 pondt aen verdient, maer ick sal mij laeten contenteeren met t geenen sij Excellens. mij toelegt. Mijnheer (hovwtGa naar voetnoot2)) sal deesen mijne vrijcheij ten goeden houden, ende daer ick t meede reecompenseren ken, zal niet naerlaetich sijn ...... (Feb. 1636)Ga naar voetnoot3). Op de galdeerij van S. Exc.^ltGa naar voetnoot4) sal t best te toonenen sijn, alsoo daer een starck licht is.	voetnoot5) Uitgegeven door Mr. C. Vosmaer in De Nederlandsche Spectator, 1866, blz. 149, in zijn Rembrandt (1877), blz. 187, en door Dr. C. Hofstede de Groot in Die Urkunden über Rembrandt, blz. 46. In dat werk is ook een facsimile opgenomen. voetnoot1) De hemelvaart, zie No. 1350. voetnoot2) De schrijver wilde eerst zeggen: ‘houwt deesen mijne vrijcheij ten goeden’, maar veranderde van plan en vergat hovwt door te schrappen. voetnoot3) De brief mist plaats, datum en jaar, maar met andere hand (die van Huygens?) staat er op: Feb. 1636. voetnoot4) Waarschijnlijk op het huis Honselaersdijk.