Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1215. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*aant.Wij weten het ware nog niet van den aftocht van het vijandelijk leger en Z.E. is heden zelf naar Emmerik en Rees gegaan. Het laatste bericht is, dat de Kardinaal Infant verblijf houdt te Udem, graaf Jan te Calcar en andere cavalerie te Griet en Hunnepel. De Spanjaarden zouden tusschen Xanten en Wesel zijn; de Croaten en de rest der keizerlijke troepen zouden op weg zijn naar Steffensweerdt. Er zijn allerlei gissingen over hunne plannen; daarom zal een deel van het Fransche leger den vijand volgen. Z.H. is gezond, maar sedert eenigen tijd laat hij zich in eene koets naar de ver verwijderde kwartieren rijden; dat is minder vermoeiend. Au camp à Panderen, le 24e d'Aoust 1635. |
|