Briefwisseling. Deel 2: 1634-1639
(1913)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend1082. Aan C. Barlaeus. (K.A.)Het verwondert mij, dat gij bij uwe lofspraak op mijne verzen geen enkel woord zegt over het versje Mirantur quibusGa naar voetnoot5). Hag. Com., prid. Cal. Mart. (= 28 Febr.) CIƆIƆCXXXV. Ik krijg daar juist het hierbij gaande aardige vers van Van den HonertGa naar voetnoot6). |
|