Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend933. C. SchenckGa naar voetnoot3). (L.B.)Aan den magistraat heb ik een brief en eene instructie van de Staten overhandigd, maar toen zijn allen boos geworden op mij, omdat dit zonder hun medeweten in orde was gekomen. Zij beweerden, dat zij in de plaats waren gekomen van den afgetreden magistraat en dat zij niet zouden dulden, dat ik er werd ingeduwd. Ik beweerde daarentegen, dat de beslissing aan de Staten stond. Zij dreigden mij af te zetten en dwongen mij dadelijk te kiezen, of ik hun wilde toegeven, of tegen hen strijden; ik heb het eerste gekozen, | |
[pagina 470]
| |
omdat ik niet dadelijk alles op haren en snaren wilde zetten, maar mijne positie is nu niet prettig. Ik hoop, dat gij mijne handelwijze zult kunnen billijken. Venlonae, 13 Kal. Julij (= 19 Juni) 1634. |
|