Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

880. S. van Haersolte¹⁾. (H.A.)

Zekere Ernst Mulerdt, wiens vader namens den Koning van Spanje drost en rentmeester van Lingen is geweest²⁾, en die zelf te Brussel om het drostambt heeft gevraagd, wil namens de jonkers van Lingeu naar den Haag reizen, om te maken, dat die van Lingen ‘van de contributien muchten werden ontlast, ofte dat se de helfte aen de andere zijde muchten betalen’. Hij heeft daaromtrent allerlei praatjes en het zal goed zijn, hem eens flink op zijne plaats te zetten. Als hij zich in den Haag misschien tot uw ‘confrater’ richt, moet gij zorgen, de zaak in handen te krijgen, daar toch Z.E. alle zaken van Lingen door uwe handen laat gaan. Als hij naar Lingen terugkeert, zal hij mijn zoon³⁾ daar vinden, die wel alles in orde zal brengen. Zwol, den 7^en Maert 1634.

1) Zie blz. 367.

2) Een Ernst Mulert († 1596) wordt in 1576 en 1582 als drost van Lingen genoemd.

3) Rutger van Haersolte; zie blz. 376.