Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend745. Aan E. Puteanus. (K.A.).Gij hebt mij drie malen geschreven en ik heb nog niet geantwoord. Maar in het leger had ik het verschrikkelijk druk en, nu ik in den Haag terug ben, heb ik weer nauwelijks tijd om op adem te komen. Gij moet mij vertrouwen. Dat ik een versje aan Wendelinus gericht heb uit het kampGa naar voetnoot5), mag mij niet verweten worden. Wij poetasters doen nu eens zulke dwaze dingen. Te Venlo heb ik met genoegen kennis gemaakt met verschillende leden uwer familie. Hag. Com., Natali Domini (= 25 Dec.) CIƆIƆCXXXII. |
|