686. Aan G. Wendelinus. (K.A.)
Het was mij zeer aangenaam, een groet en een geschenk van u te ontvangen. Puteanus is uw vriend en de mijne. Brenger dezes zal u meedeelen, waarom ik u thans niet uitvoeriger kan schrijven. In castris ad Trajectum Mosae, VIII Cal. Quintileis (= 23 Juni) CIƆIƆCXXXII.