Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend486. Aan C. Barlaeus. (K.A.)De verzen van BonifaciusGa naar voetnoot2) gaan hierbij terug; mijn oordeel er over is minder gunstig dan het uwe. Ook ben ik het in 't geheel niet eens met uwe meening over de Fransche vertaling van uw gedicht; ik vind haar niet goed en het is beter haar niet uit te geven. Uwe rede van de legerhoofdenGa naar voetnoot3) heb ik in het Fransch vertaald; zij behaagde den Prins. Gisteren heb ik het begin van den brief der Prinses vertaald in het HollandschGa naar voetnoot4); ik zend het hierbij. Gij hebt Anna Maria Schuurman aardig geantwoordGa naar voetnoot5). Hagae, 23o Ian. 1630. |
|