Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend385. C. BarlaeusGa naar voetnoot2). (L.B.)Ik kan niet wijs worden uit de letterteekens van den afdrukGa naar voetnoot3) en Heinsius, Vossius, ScriveriusGa naar voetnoot4), CoddaeusGa naar voetnoot5), RaphelengiusGa naar voetnoot6) en BucheliusGa naar voetnoot7) evenmin. Het alphabet van alle talen, zooals het voorkomt in het werk Bibliotheca VaticanaGa naar voetnoot8), heb ik nagezien; een paar teekens komen voor onder de Aegyptische hieroglyphen, een paar andere in het alphabet der Marcomanni, maar de overige zijn onvindbaar. Het woord Pandora en de afbeelding van den uil doen aan Griekschen oorsprong denken; ook kunnen eenige teekens oude Grieksche letters zijn. E musaeo nostro, Lugd. Batavor. VII Calend. Febr. (= 26 Jan.) CIƆIƆCXXVIII. |
|