Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

367. C. Barlaeus⁷⁾. (L.B.)

Niet door mijne tusschenkomst, maar ten gevolge van uwe groote deugden, is Vossius een vriend van u geworden. Hij zendt u een exemplaar van zijne Historici Latini⁸⁾. Wij hopen, dat Grol spoedig zal vallen. Lugd. Batav., XX Sextil. (Aug.) CIƆIƆCXXVII.

7) Uitgegeven in Barlaei Epistolae, blz. 196. Het versje, In Grollam a Principe F. Henrico obsessam et victam (vgl. Poemata, I, blz. 342), is aan den brief toegevoegd.

8) Zie blz. 219.