Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

361. Aan M. Oldisworth. (K.A.)

Barlaeus is zeer blij met het koninklijk geschenk; het was verdienstelijk van u er moeite voor te doen. Hij zendt u een gedicht, om u te bedanken⁵⁾,

5) Nl. D.M. Oldiswortho, Ill. Penbrociae Comiti a secretis (vgl. Poemata, II, blz. 412). Barlaeus schreef buitendien een Carmen eucharisticum ad ... Wilhelmum Herbertum, Comitem Pembrociae (vgl. Poemata, I, blz. 102).

[p. 219]

en doet hetzelfde met Carleton. In tentorio meo ad Grollam, oppidum in comitatu Zutphaniae, Provincia Geldriae, cuius obsidionem aut molimur, aut jam inchoavimus. 8^o Cal. Sextil. (= 25 Juli) 1627.

Uwe vrienden in het gezin van Carleton heb ik in den Haag niet ontmoet; ik had het erg druk wegens het vertrek van den Prins.