Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

[p. 212]

340. A. van Hilten¹⁾. (H.A.)

Ik weet niet, welken raad ik u moet geven, om uwe prebende in het convent van St. Catherina te behouden. Beter is het de ondervinding te raadplegen en u te zeggen, ‘que Monsieur le drossard van Eyck continue sa possession tacitement et comme par connivence, vous asseurant, que si je me puis en oultre appercevoir aulcunement que cela vous pourroit apporter quelque prejudice, je²⁾ ne mancqueroy point de vous en advertir tout aussitost. A quel evenement l'on pourroit suivre le chemin que proposez par voie de lettres. A Utrecht, le 8/18^e de Febvrier 1627.

1) No. 340a. Een brief van 5/15 Mei 1627 (H.A.) bevat eene aanbeveling.

2) Er staat: que je.