Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

106. Cesare Calandrini. (L.B.)

Toen gij van mij weggingt, had ik de koorts en een paar dagen later heb ik de pokken gekregen, welke ziekte ‘pour longtemps me bannit de la conjonction de mon Nort²⁾, et arriere l'avancement de mes affaires’. Ik ben nu weer beter, maar mijn gezicht is nog niet toonbaar. - ‘Nos amis estoient d'accord; restoit que par un peu de conversation je fisse paroistre que les affections des parties aussi ne discordent pas. Et ainsi nous en eussions incontinent esté aux promesses, avecq asseurance et formalité d'asseurance. Maintenant il n'est pas convenable que la chose soit encor esvantée devant qu'elle soit reduitte a ce point de maturité’. Groet uwe familie. De Londres, Gracious-street, ce 28 d'Avril 1621.

Groet ook den heer Suerius en baron van Dona³⁾.

2) Zeker een bijnaam van zijne bruid, Elizabeth Harderet.

3) Waarschijnlijk Achatius, baron van Dohna (1581-1647), of zijn broeder Christoph (1583-1637); beiden waren in dienst van Frederik van de Palts.