Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

32. Aan Maurits Huygens⁶⁾. (K.A.)

Ik weet niet, welk boek over het notariaat gij bedoelt, maar hierbij zend ik u er een. Treurig, dat moeder ziek is. De anatoom Pavius is gestorven⁷⁾.

‘Linteis praeter soccos et brachialia non egeo; ea velim die Sabathis mittantur. Sordida, ubi visum erit sorori, remittam. - Haec raptim, ut vides, effutio, ita nunc nescio, quibus non typographicis negotiolis distrahor. Deinde Agyrtam brevi et circulatorem agam, ubi singulis professoribus, viris horrendis, viris barbatis, nugonibus per excellentiam ineptis, distribuendae theses erunt’⁸⁾.

6) Het is niet duidelijk, of het de brief zelf is - het stuk heeft geen adres - of de minuut. Het eerste gedeelte van den brief is uitgegeven door Dr. J. van der Vliet, t.a.p., blz. 146.

7) P. Pavius (Paeuw), geb. in 1564, was sedert 1589 professor in de anatomie en botanie te Leiden. Hij stierf 1 Aug. 1617. Er blijkt dus hieruit, dat de disputatie in Augustus moet hebben plaats gehad. Huygens zelf maakt nergens melding van den datum en zijne disputatie de Fidejussoribus (vgl. Sermones, I, vs. 343) is verloren gegaan. Ook in het archief der Leidsche Universiteit is over het disputeeren van Huygens niets te vinden (mededeeling van Prof. P.J. Blok.)

8) De brief heeft jaartal noch datum.