Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

[p. 8]

17. (Aan D. Heinsius)¹⁾. (K.A.)

Bijgaand vers²⁾ bied ik u aan als een bewijs der dankbaarheid van mijn broeder en mij voor uwe welwillendheid. (CIƆIƆCXVI. Iul.)³⁾.

1) De brief heeft geen opschrift, maar is blijkbaar aan Heinsius gericht.
Daniel Heinsius (1580-1655), de beroemde philoloog, theoloog en dichter, was sedert 1605 hoogleeraar te Leiden. Hij was een vriend van Christiaan Huygens en de jonge Constantijn voelde zich zeer aangetrokken door den grooten geleerde en heeft van zijn studententijd af met hem eene drukke briefwisseling gehouden.

2) Nl. Ingens Lycaei lumen et Camoenarum (vgl. Gedichten, I, blz. 83).

3) Jaartal en maand staan onder het gedicht.