De sinnekens in het rederijkersdrama
(1958)–W.M.H. Hummelen– Auteursrechtelijk beschermdW.M.H. Hummelen, De sinnekens in het rederijkersdrama. Wolters, Groningen 1958
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1111 C 46
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De sinnekens in het rederijkersdrama van W.M.H. Hummelen uit 1958. Het betreft de handelsuitgave van het gelijknamige proefschrift uit hetzelfde jaar.
redactionele ingrepen
p. VII: de kop ‘Verantwoording’ is tussen vierkante haken toegevoegd
p. 56-57: het illustratiekatern tussen p. 56 en 57 is door ons genummerd: p. *1-*6
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, VIII en *6 ) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE SINNEKENS IN HET REDERIJKERSDRAMA
[pagina III]
DE SINNEKENS IN HET REDERIJKERSDRAMA
door
DR. W.M.H. HUMMELEN
J.B. WOLTERS / GRONINGEN / 1958
[pagina III]
uitgegeven met steun van de nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek
[pagina V]
INHOUD
blz. | ||
---|---|---|
I. | Inleiding | 1 |
Het oordeel van de litteratuurgeschiedenis over het rederijkersspel en de sinnekens 1; uitgangspunten en werkwijze in deze studie (beeld en zin; dramatisch karakter; bronnen; onderwerp; indeling; methode) 10. | ||
II. | De personalia der sinnekens | 31 |
De soortnamen 31; de eigennamen (zin en beeld; verleider; satire; partijen; fasen; samenvatting) 34; de naam in de dialoog 40; de kleding (allegorisch; aansluitend bij de functie in het beeld; satirisch; duivelskledij; menselijk uiterlijk; gegevens ontleend aan de grafische kunsten; wimpel; vaste attributen) 42; het geslacht 60. | ||
III. | Algemene vormen van optreden | 63 |
Het paarsgewijs optreden en de afwijkingen ervan 63; de mimiek 65; de relatie sinnekens-hoofdhandeling (niet-simultaan; simultaan) 67; eensgezindheid en tegenstelling 72; de spraakhandeling (strofische vormen; dialoog; zingen; taal) 74. | ||
IV. | De motieven van de scène-apart | 87 |
(plaatsing van de eerste scène-apart; openingsmotieven; namen; beschuldigingen; beschuldigingsmotief in latere scènes-apart; varianten op het beschuldigingsmotief; eind van de beschuldigingen; plannen in de eerste scène-apart, in latere scènes-apart; zakelijke inlichtingen; pochen; verlaten van het toneel). | ||
V. | Het contact | 109 |
De benadering 109; de vermomming 110; het ontbreken van de benadering 112; het contact in de oudere romantisch-klassieke spelen (vorm en aard van het contact; ingrijpen der goden; activiteit der sinnekens) 113; het contact in de explicatieve spelen 122; de functie van de sinnekens in het beeld van het spel 123; de situatie bij het begin van de verleiding 126; de inhoud van de contactscènes 127; varianten op het beeld van de Amye 135; andere beeldspraak in het explicatieve spel 136; de houding der sinnekens tegenover het slachtoffer 139; tussen verleiding en herberg 141; het herbergtoneel 142; het optreden van de waarschuwers 148; de beeldspraak in de epischdramatische spelen 152; gelijkenisspelen 154; het contact in de overige episch-dramatische spelen 157; samenvatting 164. |
[pagina VI]
blz. | ||
---|---|---|
VI. | De scène-apart als emotionele reactie | 167 |
De opening van de scène-apart 168; de emoties in de scène-apart 172; de spot met de hoofdpersoon 178; de zelfspot 192; ‘terzijde’ en interruptie van terzijde 199. | ||
VII. | Het afgangstoneel | 203 |
(na een nederlaag; na een overwinning; didactische, komische waarde; waarheen nu?). | ||
VIII. | De functie van de sinnekensrol | 217 |
De dramatische functie 217; de komische functie 238; de technische functie 246; de didactische functie (Onderrichtend; de sinnekens als negatieve factor; uitbeelding van de invloed in contactscènes, in scènes-apart, in episch-dramatische spelen. Hekelend. Algemene trekken) 249. | ||
IX. | De uitbeelding van de sinnekensrol in verband met de schrijver en met het genre van het spel | 272 |
Schrijvers (Cornelis Everaert; Louris Jansz.; Robert Lawet; Dierick Volckertsz. Coornhert; Jacob Duym) 272; genre 295. | ||
X. | De geschiedenis van de sinnekens | 301 |
1. Oorsprong | 301 | |
De middeleeuwse episch-dramatische spelen: de vorm van het contact 301; de middeleeuwse episch-dramatische spelen: paarsgewijs optreden, in scènes-apart 306; de moraliteit 316. | ||
2. Ontstaan en ontwikkeling | 324 | |
De explicatieve spelen 324; het optreden in scènes-apart 328; historische belichting van enkele andere facetten in het explicatieve spel 333; het duivelse in de sinnekensrol 336; de oudere episch-dramatische spelen met romantisch-klassiek gegeven 342; paarsgewijs optredende duiveltjes in de 16e eeuw 348; de episch-dramatische spelen met bijbels gegeven 349; het menselijke in de sinnekensrol 352. | ||
3. Verval | 356 |
[pagina VII]
blz. | ||
---|---|---|
XI. | Vergelijkbare figuren | 368 |
De duivel 368; negatieve personificaties (in spelen met sinnekens; in spelen zonder sinnekens) 374; menselijke negatieve figuren 378; minderemanstonelen 380; figuren met overeenkomst in dramatische functie en positie in het spel 381; de sot 383. | ||
XII. | Epiloog | 398 |
Zusammenfassung | 405 | |
Lijst van geraadpleegde litteratuur | 408 | |
Lijst van geraadpleegde spelen | 413 |