1 U 19 De Duegdige en de Gierige Rijcke
Volgens de telling van de afschrijver zouden aan de tekst ca. 60 verzen ontbreken. Het is niet duidelijk wat daarvan dan de inhoud is geweest; zoals het is overgeleverd, schijnt het spel compleet. Het opent met een scène-apart van de sinnekens Idel Begeeren en Vleeselijck Willeken die elkaar karakteriseren d.m.v. wederzijdse beschuldigingen; ze besluiten hun activiteit te richten op de gierige rijken. Schamel Winnebroot klaagt luid; hoe hard hij ook werkt, de praktijken van de gierige rijken verhinderen dat hij een ruim stuk brood verdient. Hij wordt getroost door Schriftuerlijck Onderwijs: hij moet op God vertrouwen (parafrase van gedeelten van de Bergrede hier). Winnebroot
is tevreden gesteld maar toch blijft ‘thert beladen || inden voerspoet der rijcken’ en daarom zal Schriftuerlijck Onderwijs hem het verschil tussen de goede en de slechte rijke duidelijk maken, let maar op. Ook de sinnekens zijn op hun hoede. Wij horen de Duegdige Rijcke in een referein met de stok ‘Want ghij den aerbeijt seeghent van dije u vreesen’ zichzelf kenschetsen. Verloren moeite voor de sinnekens om hier aan verleiding te beginnen, vinden ze. De Duegdige Rijcke gaat eten en geeft Schamel Winnebroot ook iets; daarna zal hij rondgaan om overal waar gebrek is goed te doen. Nu zien we de Gierige Rijcke geld tellen; de sinnekens voelen zich verzekerd van deze prooi, hun opmerkingen zijn voor een gedeelte ook kritiek op de (luxueuze) mode. Na een korte monoloog van de Gierige Rijcke voegen ze zich bij hem, en sporen hem aan om het er van te nemen. De Gierige Rijcke voelt zich machtig, hij stuurt zijn dienaren langs zijn bezittingen om te zien hoe het er overal voorstaat met de opbrengst en intussen begint hij, op aansporing van de nu als dienaren fungerende sinnekens, aan de maaltijd. Terwijl deze zich in stilte voltrekt, geeft Schriftuerlijck Onderwijs Schamel Winnebroot een toelichting: bedenk ‘hoe swaer den ghijerighen rijcke de doot sal wesen’. De dienaren van de Gierige Rijcke komen terug van hun inspectie-tocht en delen mee hoe voorspoedig alles gaat. De Gierige Rijcke beveelt de schuren af te breken en te vergroten, zodat de opbrengst van zijn landerijen straks geborgen kan worden. Terwijl zijn hart zwelt van trots over zijn welvaart, wordt hij overvallen door de Doot; smeken en klagen baat niet, evenmin als een drankje van de Doctor, de strohalm waaraan hij zich nog even vastklampt. Vreugde bij de sinnekens over deze gang van zaken; in hun opmerkingen wordt ook nog het nodige over de onoorbare praktijken van de gierige rijken aan het licht gebracht. De slotscène van het spel is tussen Schamel Winnebroot en Schriftuerlijck Onderwijs; daar worden de laatste conclusies getrokken en de laatste vermaningen gegeven.