1 U 14 Koninck Darius
Het begin van de tekst van het spel ontbreekt. Obarius, de stalknecht, doet zijn heer Darius een plan aan de hand, waardoor Darius' paard op het kritieke ogenblik zal hinniken, wat dan weer volgens afspraak onder de troonpretendenten zal gelden als teken dat de berijder koning van Perzen en Meden moet worden. In Jerusalem ondervinden de onder Cyrus uit de ballingschap in Babylonië teruggekeerde Joden bij de
opbouw van de tempel veel last van de bewoners van omliggende landen. Serobabel (een oude vriend van Darius) wordt met Belsero en Oliore afgevaardigd naar Susa om aan de oorspronkelijke opbouwvergunning van Cyrus te herinneren. Onderweg besluiten ze gebruik te maken van de goede stemming waarin de koning direct na de kroning verkeren zal. Ze presenteren zich dan ook onmiddellijk nadat Darius, dank zij de bovengenoemde list, tot koning is aangewezen en gekroond. Darius geeft ze een vooraanstaande positie en dineert met hen en enkele rijksgroten en petit comité, terwijl in de grote zaal het feest voor de 127 vorsten van zijn landen gegeven wordt. Darius vraagt 's nachts als hij niet kan inslapen: Wie is de sterkste, de wijn, of de koning, of de vrouwen en de waarheid, alternatieven waarop resp. Oliore, Belsero en Serobabel de keus laten vallen, die schriftelijk wordt vastgelegd. De volgende dag verdedigen de drie in een rede hun standpunt. Serobabel wint en vraagt als beloning dat Darius zich houdt aan een vroeger gedane gelofte om Jeruzalem en de tempel te laten opbouwen en de geroofde tempelschatten weer terug te geven. Darius legt zijn toezegging schriftelijk vast en Oliore en Belsero gaan vooruit naar Jerusalem om het verheugende nieuws mee te delen. Ter plaatse gearriveerd doen ze het hele verhaal aan degenen die hen als gezanten hadden afgevaardigd. Hier breekt de tekst af. Aan dit hoofdzakelijk aan het eerste en derde boek Ezra ontleende verhaal voegde de schrijver het optreden in scènes-apart van de sinnekens Belet van Deuchden en sVijants Ingeven toe, waarin ze door hun wederzijdse beschuldigingen en opschepperij ook nog informaties verschaffen over gebeurtenissen die aan het koningschap van Darius zijn voorafgegaan en verder dreigen allerlei oorlogen tegen Darius te zullen veroorzaken om hem daarmee af te leiden van alles wat hij ten bate van de Joden zou willen doen. Met verhulde toespeling op de eigentijdse situatie wordt in het spel vrij veel nadruk gelegd op de betekenis van een goed en rechtvaardig vorst; het tijdens het feestmaal uitgesproken referein heeft tot stok: Geluckich is tlant dat eenen goeden prince heeft.