1 U 10 Scavuijt
Het begin van het spel ontbreekt. Scavuijt en Cnaptant (twee rabbouwen?) nemen met het stelen van de eieren uit het kippenhok wraak op de boerin die hun heeft weggestuurd (toen ze om eten, onderdak vroegen?). Cnaptant, die bij de diefstal van de eieren het spits heeft afgebeten, verliest in de vechtpartij, die bij de verdeling van de buit ontstaat. Daarom gaat Scavuijt voorop als ze terugkeren om zich nu ook nog van de kippen meester te maken, en is hij het, die in de inmiddels door de boer opgezette val loopt en het bijbehorend pak rammel in ontvangst neemt. De boer laat Scavuijt tenslotte lopen omdat hij naar de markt moet en Scavuijt ontwikkelt met Cnaptant onmiddellijk een plan om het de boer betaald te zetten. Als bedelaars vermomd zitten ze langs de weg naar de markt en, als de boer langs komt, brengen ze hem in paniek door hun verhaal over struikrovers verderop. De boer geeft daarom zijn beste plunje bij hen in bewaring en vervolgt zijn weg in hun oude vodden. Maar zij verdelen de buit en vervoegen zich als ‘scamele clercken’ bij de boerin, zich legitimerend met de wanten van haar man. De boerin verstrekt hen op grond daarvan een maaltijd maar zij trekt zich terug als ze wat al te vrijpostig worden, hun daarmee gelegenheid gevend tot een aftocht zonder betaling. De boer treft de bedelaars niet op de afgesproken plaats en als hij thuiskomt, in de hoop daar zijn kleren nog te vinden, blijkt welke extra-poets Scavuijt en Cnaptant hem gebakken hebben.