1 U 9 Haestbedrogen en Vrou Pluijsse
Haestbedrogen laat zich door Vrou Pluijsse een wambuis verkopen dat hem van goede vangsten bij de jacht verzekert. Zijn vrouw Groot Achterdencken verzet zich vruchteloos tegen de aankoop. Haestbedrogen valt in de handen van twee jagers, Lichtvoet en Leckervanck, die bereid zijn hem hun honden uit te lenen, maar hem eerst meetronen naar de herberg, om hem daar te leren jagen in ‘Venus warande’, blijkbaar met de waardin Soeten Mont als wild. Voor het zover komt verschijnt Groot Achterdencken, die onthult dat Vrou Pluijsse met het in het vooruitzicht gestelde wild slechts luizen bedoelde. Woedend ziet Haestbedrogen van de jacht af en hij laat zich slechts tot het betalen van het gelag ook voor de beide jagers overhalen, als Groot Achterdencken
haar bijstand belooft voor de afrekening met Vrou Pluijsse. Deze heeft, in triomf over het geslaagde bedrog, de zegswijze dat de vrouw de broek aan heeft in de letterlijke zin gerealiseerd. Uit de weigering om de koop ongedaan te maken resulteert een vechtpartij tussen beide echtparen, die slechts beëindigd kan worden omdat Ledich Naijere, de man van Vrou Pluijsse, het opgeeft en de jagers tussenbeide komen met het aanbod als scheidsrechters te fungeren. Nadat ze opnieuw getracteerd zijn in de herberg, beslissen ze dat de helft van de koopsom zal worden teruggegeven (wat met het wambuis gebeurt, is niet te ontcijferen) en dat beide partijen de helft van het gelag zullen betalen. Deze keer zijn het Vrou Pluijsse en haar man, die met de waard, die niet borgen wil, in moeilijkheden raken. Hoe deze op de laatste bladzij van het handschrift worden opgelost, is helaas onleesbaar.