1 U 3 Arm van State
De tekst begint met het opkomen van Goede Vermaninge, die Arm van State en Menschelycke Crancheyt hier in Syon achterlaat onder aansporing tot bidden en waken. De sinnekens Groote Hoocheyt en Weeldich Leeven komen overeen Arm van State, die ‘is geworden een heijlich kint’ te verleiden tot weeldich leeven en hoocheyt en zien inderdaad kans Arm van State tot Fortuna te brengen, die echter niet in staat is hem de in het vooruitzicht gestelde rijkdom te verschaffen. Wie niet voor het geluk geboren is, kan het 't beste proberen via een loopbaan als militair tot aanzien en welstand te komen. Een ontmoeting met Menich Soldaet werkt op Arm van State zo ontnuchterend, dat hij berouw krijgt gehoor gegeven te hebben aan de sinnekens. Op zijn klacht, in de vorm van een referein met de stok ‘Och die Godts genade derven moet sal qualijck varen’, verschijnt Goede Vermaninge, die Arm van State nu kan voeren tot Godts Genade en Troostelycke Bystant en het door deze gegeven onderricht. Intussen heeft zich, (na de ontmoeting van Menich Soldaet en Arm van State) het volgende afgespeeld met de tweede hoofdpersoon van het spel, Menschelycke Crancheyt. Goede Vermaninge is hem weer op komen zoeken en na een scène met onderricht van Godts Genade en Troostelycke Bystant zien ze kans samen de aanval van de sinnekens af te slaan, door deze in een scène-apart voorbereid. Troostelycke Bystant en Godts Genade voegen zich er weer bij en Menschelycke Crancheyt wordt voor de dochter Syon geleid, om daar te horen van haar bruidegom en genood te worden tot de bruiloft (Vgl. Matth. 25:1-13). Goede Vermaninge krijgt hier ook opdracht zich het lot van Arm van State aan te trekken, en zo gaat de handeling dan weer op déze hoofdpersoon over. De tekst breekt af precies aan het slot van de scène waarin Arm van State door Godts Genade en Troostelycke Bystant wordt terecht gewezen.