1 U 2 Hertogh Albertus
Albertus en Isabella besluiten, na veel delibereren en met tegenzin, het initiatief te nemen tot vredesonderhandelingen; ze zullen Pater Commissaris zenden naar de Generale Staten. De sinnekens Cleyn Accoort en Oorlochs Proffijt zijn verontrust. De Pater Commissaris doet Generale Staten zijn voorstel, dat gunstig ontvangen wordt, maar ook aan Graaf Mauritius moet worden voorgelegd. Generale Staten spreekt met Mauritius en vervolgens vindt (na een scène-apart van verontruste sinnekens) een ontmoeting met de Pater Commissaris plaats, waar men besluit verder te gaan met de onderhandelingen, maar nu met officiëler onderhandelaars. Van de Spaanse zijde is dat Spinghola, die in een volgende scène hartelijk begroet wordt door Mauritius, waarna beiden zich begeven naar de Generale Staten. De sinnekens zijn zeer verontrust en overwegen al waar ze straks het best heen kunnen gaan. De ambassadeurs van Vranckrijck en Engelandt en die van de Duijtsche Vorsten hebben opdracht van hun lastgevers de vrede te bevorderen; ze worden door Generale Staten en Pater Commissaris ontvangen en naar binnen geleid voor beraadslaging. Nu volgt een scène tussen Trouwe en Paijs; als men zich aan haar houdt, zegt Trouwe, dan zal men wel tot Paijs komen. Er is al een bestand gesloten. De sinnekens reageren met spijt en woede op de voortgang van de onderhandelingen. Spinghola en de Pater Commissaris zijn het er onderling over eens dat vrede ieder tot voordeel zou zijn. De Generale Staten en Mauritius spreken zich in dezelfde zin uit. De drie ambassadeurs, aan wie de zaak nu in handen is gegeven, komen bijeen. De sinnekens zien in dat het voor hen een verloren zaak is en vertrekken naar elders.
Paijs en Trouwe stemmen toe in het verzoek van Generale Staten om bij hem te blijven. Mauritius, Generale Staten, Pater Commissaris en Spinghola nemen afscheid van elkaar; de eerste twee, op het toneel achterblijvend, sluiten het spel met een woord tot het publiek.