1 OR 1 De treves
In de proloog wordt het publiek welkom geheten en de inhoud van het spel aangekondigd. Een monoloog (in referein-vorm) van tOorloch opent het spel: ‘Ick sal wel leeren haer Godt te wesen rebel’ is de stok. Dan treden Hollant en Brabant op, vergezeld van 15 figuranten die de overige provincies vertegenwoordigen. Ze verlangen naar vrede, zijn zich bewust dat eigen zonden deze rampen van de oorlog over hen
hebben gebracht, kortom ze zijn murw. De volgende scène bestaat uit liedstrofen van Fama, die opwekt tot gebed, en daartussendoor gebeden van Hollant en Brabant in rondeelvorm, terwijl aan het einde Medogentheijt verschijnt, die belooft God, nu er berouw over de zonde is, om verhoring van het gebed te zullen vragen. tOorloch verschijnt tussen de maagden (= provincies) en spreekt ze bars en bloeddorstig toe, maar de terugkerende Medogentheijt verjaagt hem. We zien hem weer in de nu volgende tooch ‘boven op het toneel’, waar hij ligt onder de voeten van Albertus en Maurits die elkaar onder 't toeziend oog van de koning van Frankrijk en van Engeland de hand drukken. Medogentheijt geeft een uitleg en Hollant en Brabant loven God en sluiten elkaar na een vermaning van Medogentheijt in de armen. Daarna wordt het mandaet, de officiële afkondiging van het bestand in berijmde vorm, voorgelezen. Dan horen we een Huijsman en een Borger op de afkondiging reageren: de Huijsman is niet helemaal tevreden: boven een bestand is een vrede te verkiezen. Is het alleen maar een adempauze? Hij pleit voor meer verdraagzaamheid in religieus opzicht. De conclusie geeft nog een laatste vermaning en behelst het afscheid van het publiek.