1 OI 19 Onbedochte Jonckheijt
Onbedochte Jonckheijt leeft er lustig op los, hij zal zich wel driemaal bedenken voor hij zich in een huwelijk bindt. Sorgeloos Ghepeijns klaagt, dat het bezit van vrouw en kinderen hem een blok aan het been is als hij eens naar hartelust wil gaan drinken. Beiden worden door de opmerkingen van de ander nog in hun overtuiging gesterkt. Versochte Wijsheijt treedt echter op en brengt hen door zijn uiteenzettingen tot het goede inzicht. Voordat ze vertrekken om hun leven te beteren, bieden ze een present aan: ‘twee vierige herten in lijefden gloeijende’, symbool voor de huwelijksband, en een toom (redelickheijt) en een serpent (voirsichticheijt). De betrachting van deze deugden wordt bruid en bruidegom van harte aanbevolen.