1 OI 9 sMenschen Vernuftheijt
Dit is een monoloog van het personage sMenschen Vernuftheijt, dat na een begroeting van het gezelschap een uiteenzetting geeft van zijn invloed in de loop der geschiedenis, van de val van Adam af tot de antecrijst (= paus) toe. Maar ergerlijk is dat ‘die evangelische geruchten ons gaen mineeren’; ‘nu sietmen uuijtbreecken dat wij lange tijt hebben gaen bedecken’, reden waarom hij hier niet langer blijven kan en vertrekken moet.